donderdag 16 april 2009

Pasen


Een lang Paasweekeinde in Lubango zag ik niet zitten, dus ik had mezelf een lang weekend in de Flamingo Lodge geboekt. Die lodge ligt aan zee in de Namibe-woestijn, en in de provincie Namibe, iets ten zuiden van de stad Namibe (vroeger Mocâmedes). Vanaf Lubango is het drie uur met de bus naar Namibe en daar wordt je opgehaald door de manager van de lodge. Dat laatste leverde al enige problemen op. De bus waarmee ik naar Namibe reisde, werd met passagiers en al door de politie meegenomen naar het bureau omdat de wegenbelasting nog niet betaald was. Dus ik moest even naar de mensen van de lodge bellen met het verzoek om me op te halen van het politiebureau in plaats van het busstation.

Daarna liep het allemaal soepel en vlak voor de lunch arriveerde ik op op de Flamingo Lodge. Na de lunch ben ik een beetje door de woestijn gedwaald. Het is een desolaat landschap, maar wel indrukwekkend. Een groot deel van de rotsen bestaat uit hele zachte zandsteen waarin veel fossielen zitten. De steen is zo zacht dat het tussen je vingers verkruimelt. Het lijkt erop dat het een dikke modderlaag is geweest waarin honderden schelpen zijn weggezakt. En die kun je nu terugvinden als fossielen. Als dat tenminste de naam fossielen mag dragen. Het lijkt allemaal erg jong en ik heb eigenlijk geen idee wanneer een schelp van „oud“ in „fossiel“ verandert.

De volgende ochtend ben ik wat verder de woestijn in geweest en heb o.a. jakhalzen en een springbok gezien en die middag naar een canyon. Die canyon was heel indrukwekkend en ook een beetje beangstigend. Die enorm hoog oprijzende wanden bestaan tenslotte uit diezefde zachte zandsteen die vol met fossielen zit.

Tot slot heb ik nog een paar uur gevist en warempel nog een vis gevangen ook. Een soort kabeljauwachtige vis (de Zuidafrikanen noemen het kob) van een kilo of drie. Omdat de vriezer van de Flamingo Lodge al vol zat en ik geen trek had in vis, hebben we het beest maar weer laten zwemmen.

Geen opmerkingen: