maandag 29 september 2008

Eerste Veldbezoek


Afgelopen week ben ik voor het eerst iets langer dan een halve dag in het veld geweest. We hebben twee dagen doorgebracht in Os Gambos om de Participatieve Rurale Diagnose (PRD) voor te bereiden. Een PRD is een verzameling technieken om kwalitatieve informatie te krijgen over het gebied en de bewoners. We gaan onder andere met de bewoners praten over wie waar woont, wie wat doet en wanneer, wie belangrijk is en veel te zeggen heeft, wie rijk is en wie arm en waaraan je dat kan zien. We laten ze belangrijke gebeurtenissen uit hun geschiedenis ophalen, we tekenen gezamelijk een kaart van het gebied op de grond waarin mensen aangeven wat waar te vinden is. En uiteraard gaan we praten over wat nu de belangrijkste problemen zijn en wat daar volgens hen de oorzaken van zijn. Al die dingen doen we vaak in twee groepen, we praten apart met mannen en vrouwen.

Als voorproefje hebben we uitgebreid met een geheel niet representatieve steekproef gesproken, nl mensen die door NGOs getraind zijn in eerste hulp bij ongelukken voor vee. Hoewel niet representatief, krijg je toch een aardige indruk van wat er allemaal speelt. Bovendien krijg je ook een beetje een idee hoe ver al die statistieken die we gevonden hebben van de waarheid verwijderd zijn.

Helaas was dat in één geval niet zo heel ver. Alle mensen die we spraken hebben veel kinderen, soms wel 10. Dat suggereert dat de statistieken kloppen. En uit de statistieken blijkt dat 52% van de bevolking jonger is dan 14, 10% jonger dan 20 en de overige 40% is evenredig verdeeld over de leeftijdsgroepen 20-80. Je hoeft geen rekenwonder te zijn om te begrijpen dat de kindersterfte akelig hoog is.

Dat heeft vermoedelijk te maken met de vreselijk slechte watervoorziening. In grote delen van Os Gambos zijn rivierwater en water in ondioepe stuwdammen de enige bronnen voor drinkwater. Van beide bronnen maken zowel mensen als vee gebruik, en niet alleen om te drinken, dus de hygiene is belabberd.

De gemeenschap is matrilineair en polygamie is geaccepteerd. Matrilineair wil zeggen dat bij overlijden de erfenis naar de zonen van de zus van de man gaat. (De samenleving mag dan matrilineair zijn, de kerels hebben het nog steeds voor het zeggen). Overigens gaat bij het huwelijk de vrouw wel bij de familie van haar man wonen. Polygamie is niet ongewoon, ongeveer een kwart van de mannen heeft twee vrouwen en een enkeling heeft er zelfs drie of vier.

Veel mensen, maar met name de vrouwen, lopen nog rond in traditionele dracht. Dat is niet meer dan een doek om de lendenen en wat touwtjes met daaraan kralen, botten en stukjes stof om het bovenlijf. Vrouwen bedekken hun haar ook met een dikke laag klei. Ik heb nog geen portretten kunnen/durven maken. Misschien later, als ik de mensen wat beter ken.

maandag 22 september 2008

Hoe krijg ik een werkvergunning

Zorg ervoor dat een bedrijf je aanneemt om in Angola te werken. Het bedrijf schijft dan een officiële brief (in het Portugees) waarin ze je uitnodigen om in Angola te werken en waarin ze de Angolese regering verzekeren dat ze je retour naar Nederland sturen als het contract is afgelopen. Als je in de internationale samenwerking zit, heb je ook een brief van het betreffende ministerie nodig. Zorg ervoor dat het bedrijf een officieel stempel heeft, want briefpapier met bedrijfslogo is niet genoeg. Ze zijn gek op stempels in Angola.

Dit klinkt eenvoudig, maar dat komt omdat het niet het hele verhaal is. De uitnodiging van het bedrijf moet namelijk geautoriseerd worden door het Angolese ministerie van Administratie. En dit ministerie kan alleen brieven autoriseren die door een angolese notaris of door de Angolese ambassade zijn gecertificeerd. Angolese notarissen en ambassades certificeren dit soort brieven alleen als het bedrijf komt met een registratiebewijs van de kamer van koophandel die bewijst dat het bedrijf bestaat en dat de degene die de brief ondertekend mede-directeur is. Dat moet natuurlijk vertaald worden, waarover zodadelijk meer.

Als je een uitnodiging van het ministerie hebt, realiseer je dan dat die uitnodiging alleen geautoriseerd kan worden als ze is getekend door de directeur van personeelszaken. In Angola neemt de directeur personeelszaken alleen orders van de directeur-generaal van het ministerie, dus de afdeling die je uitnodigt moet de directeur-generaal van het ministerie beleeft verzoeken om de afdeling personeelszaken te autoriseren om de uitnodiging te autoriseren zodat die door het ministerie van administratie geautoriseerd kan worden. (Hallo, bent u daar nog?)

Deze uitnodigingen dient u dan in het land waar u woont in te dienen bij de Angolese ambassade met nog een paar andere documenten zoals uw CV, kopiën van uw diploma’s een verklaring omtrent gedrag en een doktersverklaring die niet alleen stelt dat u in goede gezondheid verkeerd maar specifiek dat u geen besmettelijke ziekten onder de leden heeft. Documenten die niet in het Portugees geschreven zijn, dienen door een beëdigd vertaler te worden vertaald. De vertaling dient erkend te worden door de arrondissementsrechtbank waar de vertaler is ingeschreven. De erkenning van de arrondissementsrechtbank dient vervolgens erkend te worden door het ministerie van justitie en de erkenning van het ministerie van justitie dient erkend te worden door het ministerie van Buitenlandse Zaken. De meeste van deze instellingen zijn open van 9 tot 12, doen er ongeveer een uur over om de erkenning te organiseren en bevinden zich op 2 tot 3 uur reizen van elkaar, dus reken op minstens een dag per erkenning.

Mocht u ongelukkigerwijze al in Angola geweest zijn, bijvoorbeeld om die uitnodigingen te organiseren, dan kan de Angolese ambassade er op staan dat u ook een bewijs van goed gedrag van het Angolese ministerie van justitie overhandigt. Een verklaring die u waarschijnlijk bent vergeten te organiseren omdat u druk bezig was met de autorisatie van de autorisatie van de gecertificeerde uitnodiging. Jammer.

Treur echter niet, als u nog steeds naar Angola wilt, dan kunt u zich hier wel uit praten. Als u al de documenten heeft, en geen verklaring van goed gedrag van het Angolese ministerie van justitie nodig heeft en daarnaast een niet onaanzienlijk bedrag heeft betaald aan de ambassade, dan worden alle documenten in een envelop gestopt die wordt verzegeld. Die envelop dient u in Angola te overhandigen aan het ministerie van vreemdelingenverkeer en migratie. (U komt Angola binnen op een reeds aangevraagd 1-maandsvisum). Er zal u diverse malen op het hart gedrukt worden dat u die envelop niet mag openmaken.

Zodra u in Luanda arriveert, gaat u naar het ministerie van vreemdelingenverkeer en migratie. U dient zich te vervoegen bij het loket in container 6. Het ministerie wordt namelijk verbouwd en de ambtenaren zijn voor (on)afzienbare tijd gehuisvest in een stel containers. De ambtenaar die de envelop in ontvangst neemt, scheurt hem open en controleert de inhoud. Vervolgens krijgt u de opengescheurde envelop met inhoud en al terug met de mededeling om een paar kopietjes te draaien van de begeleidende brief die de Angolese ambassade heeft geschreven en dan terug te komen. Zodra u dat gedaan heeft, krijgt u de originele begeleidende brief terug met een stempel erop en wordt u medegedeeld dat het visum in acht werkdagen klaar zal zijn. Dat is voor mij nu ongeveer 32 werkdagen geleden en het werkvisum is er nog niet. Het schijnt gemiddeld 6 maanden te duren.

zondag 14 september 2008

De Verkiezingen

Net een week geleden zijn er verkiezingen gehouden in Angola. De vorige verkeizingen, in 1992, resulteerden in het opnioeuw oplaaien van de burgeroorlog. Dus hoewel iedereen elkaar vertelde dat dat dit keer absoluut niet zou gebeuren, was er toch een zekere nervositeit. Ons buitenlanders werd verteld dat het beter was je niet in de buurt van verkliezingsoptochten te begeven, want je wist maar nooit of er relletjes zouden uitbreken.

Maar uiteindelijk is de hele campagne vreedzaam verlopen en voorzover ik weet zijn er nauwelijks incidenten geweest. Op de verkiezingsdag zelf verliep alles ook rustig. Inieder geval op het stembureau bij mij voor de deur. Als er al een probleem was, dan was dat waarschijnlijk dat de verveling al snel toesloeg bij de mensen die het bureau bemensden. Toen het stembureau open ging was er een aardige rij, maar die was om eenuur of elf weggesmolten en in demiddag kwam er nauwelijks iemand langs.

De voorlopige resultaten zijn bekend en die zijn erg overtuigend: MPLA heeft 80% van de stemmen gewonnen. Nu is dat heel mooi, maar eigenlijk weet helemaal niemand wat het opkomstpersentage nu eigenlijk was. De schattingen betreffende de bevolking in Angola lopen uiteen van 12 iljoen tot 20 miljoen, maar de meestenhuoden het op rond de 16 miljoen. Als de helft daarvan, dus 8 miljoen boven de 18 was, danheeft ongeveer de helft van de mensen gestemd. Niet echt slecht.

En dan is de vraag natuurlijk, waarom zoveel mensen voor de MPLA gestemd hebben. Want er is nog genoeg armoede, Luanda is bepaald geen veilige stad, er zijn zoveel geruchten over corruptie dat er wel iets waar van moet zijn. Reden genoeg om voor de oppositie te stemmen, zou je dinken.

Maar tegenover al die negatieve dingen staan ook nogal wat positieve dingen. De regering heeft bij wijze van spreke geld als water. Ze hoeft geen geld meer uit te geven aan de burgeroorlog, de olieprijs is enorm hoog, dus zelfs als er geld minder efficient gebruikt wordt, dan kun je er nog een heleboel mee doen. En dat is ook gebeurd. Er zijn de afgelopen vier jaar duizenden kilometers weg gerepareerd, scholen herbouwd, complete woonwijken uit de grond gestampt en overal waterputten geslagen. Het kan haast niet anders of het leven van de gemiddelde Angolaan is er de afgelopen vier jaar op vooruit gegaan. En wellicht stemden de mensen ook wel voor de duivel die ze kennen...

maandag 8 september 2008

Leven in Lubango

Ik woon in Lubango, hoofdstad van de provincie Huila. Het leven in Lubango is vooral duur en stoffig. IK betaal nu meer huur voor een twee-kamer flat danin Inhambane voor een groot huis aan zee, of voor een appartement in de betere wijken van Maputo (toch een hoofdstad en ook niet goedkoop). Daar staat tegenover dat ik vanuit mijn ramen op de eerste verdieping een goed zicht heb op het veld van het voetbalstadionnetje van de lokale anmateurvereniging. Helaas moet dat stadionnetje eerst gerestaureerd worden, dus voorlopig nog geen wedstrijden. Mijn appartement is niet ver van ons toekomstige kantoor, de bakker is 50 m verderop en vlak om de hoek is een winkeltje met zeer onregelmatige openingstijden waar je de eerste levensbehoeften (blikvoer, water en bier) kunt kopen.

De buren zijn vriendelijk, maar in de vroege avond tamelijk prominent aanwezig. Eén van de zoons is DJ en een andere verkoopt illegaal gekopieerde CDs, en ze luistren graag naar muziek. Gelukkig is het niet al te luid en houden ze er op een redelijk beschaafde tijd (zo rond 9 uur ‚s avonds) mee op. Het is allemaal niet half zo erg als de buren in Santiago die 18 uur per dag de TV en de kinderen aan hadden staan.

Verder is Lubango een beetje een doorsnee provinciestadje. Het ligt hoog, op 1700 m boven zee en wordt aan drie kanten omringt door een bergrug die meer dan 2000 m hoog is. Er valt ongeveer 700 m regen per jaar. Dus het is een beetje als Harare en Johannesburg: koel en droog. Nauwelijks problemen met malaria en i nde winter (juni-augustus) koelt het ‚s avonds flink af.

Op een prominente plaats op die bergketen hebben de Portugezen een kopie/miniatuur van het Cristo Rei standbeeld uit Rio de Janeiro neergezet. Het mag dan een miniatuur zijn, het is nog steeds heel erg groot. Maar dat is dan ook het enige interessante eraan, artistiek stelt het niet veel voor. Tenzij je waardering kunt opbrengen voor het feit dat de artiest een betonnen beeld een houterige uitdrukking heeft weten te geven. Gelukkig staat het beeld erg ver weg.

En verder is Lubango dus stoffig. Waar het vandaan komt weet ik niet, maar binnen een dag is elk oppervlak bedekt met een dun laagje stof. Als je wilt, kun je je schoenen elke dag (laten) poetsen. Sterker, schoenen poetsen is geloof ik de grootste bron van inkomsten in de straathandel, samen met de handel in fruit. Schoenpoetsers en fruitverkopers zie je echt overal. Fruitverkopers zijn er veel omdat supermarkten weliswaar een redelijk gevarieerd aanbod hebben, maar groente en fruit zijn daar uitdrukkelijk geen onderdeel van. Als je groenten of fruit wilt kopen, dan moet dat op straat.